Geschiedenis
Het oude logo van Passing Shot
R.S.T.V. Passing Shot werd in 1969 opgericht door twee toenmalige studenten, Eugène Vingerhoeds en Cor Ridderhof. Zij werden destijds ondersteund door Ger Gilijamse, sportdocent aan de Nederlandse Economische Hogeschool. Er werd getennist op vier tennisbanen, gelegen op de plaats waar nu het T-gebouw staat. In de beginjaren werden met name tennissers van hoger niveau aangetrokken om bij Passing Shot te komen spelen. Er werd een keuzecommissie aangesteld om te bepalen wie er het voorrecht had om competitie te mogen spelen. Van 1970 tot 1975 werd de vereniging gerund door nagenoeg dezelfde groep mensen. De continuïteit was gebrekkig, en er ontstond een leegloop van leden en minimale belangstelling om bestuurslid te worden. In 1977 bliezen Lex Wiersema, Jan-Willem Gombert en Marten Brouwer nieuw leven in de vereniging, door met hun commissie ‘Redders in nood’ de continuïteit van de vereniging te waarborgen. Nieuwe acties werden op touw gezet, evenementen en activiteiten werden georganiseerd, en de toestroom van nieuwe leden werd versterkt. Wiersema is uiteindelijk vier jaar lang voorzitter geweest en is samen met enkele van zijn generatiegenoten benoemd tot erelid.
In de jaren ’80 doorstond Passing Shot enkele moeilijke fasen. De Erasmus Universiteit wilde nieuwe gebouwen uit de grond slaan, en de tennisbanen zouden verdwijnen. Na een maandenlange actie van Passing Shot-leden om het behoud van de tennisbanen veilig te stellen, stemde het College van Bestuur uiteindelijk in met het aanleggen van zes nieuwe tennisbanen op een deel van het parkeerterrein. Dit waren de tennisbanen die nu nog op de universiteit liggen. In de tussentijd werd er steeds meer bezuinigd op sportactiviteiten en werden enkele subsidies permanent ingetrokken. Passing Shot moest op haar tenen lopen om niet te bezwijken, maar vocht zich uiteindelijk door de stormen heen. Aan het begin van de jaren ’90 kende PS een bloeiperiode. De toestroom was op een gegeven moment zo overweldigend dat er een ledenstop in werking werd gesteld, en men ging wanhopig op zoek naar extra banen voor de clubmiddagen. In 1990 werd de oud-ledenvereniging Passed But Not Least (PBNL) opgericht, door onder andere Mark Weinholt en Paul Hoevenaars.
Het lustrum logo van Passing Shot
De oude Petey
Aan het eind van de jaren ’90 werd Passing Shot gekenmerkt door roerige tijden. Een aantal bestuursjaren verliepen moeizaam, en de harde kern van de vereniging was gekrompen. In het seizoen 1997/1998 committeerden Hans de Rooij en André Verschuure zich aan de wederopbouw van de vereniging. Aan het begin van de eeuw zat de vereniging weer in de lift. Het aantal leden ging langzaam richting de 150, en het aantal actieve en enthousiaste nieuwe leden nam fors toe. Veel activiteiten die op dit moment nog steeds gehouden worden bij PS, zijn in deze tijd ontstaan. Inmiddels trok Passing Shot zich steeds verder terug van de universiteitscampus en werd de IJsclub Kralingen omgedoopt tot de nieuwe thuisbasis van de vereniging.
Aan het eind van de jaren ’00 kwam er echter wel gevaar op de loer. De eeuwenoude IJsclub zou van de gemeente plaats moeten maken voor nieuwe appartementencomplexen. Een accommodatiecommissie met enkele actieve oud-bestuursleden werd aangesteld om uit te zoeken wat de nieuwe hoofdlocatie van Passing Shot zou worden. Er kwam echter hulp uit onverwachte hoek; enkele tennisliefhebbers uit Kralingen hadden samen met omwonenden een actie opgezet om de gemeente ervan te overtuigen dat de IJsclub moest blijven bestaan. Stichting Behoud de IJsclub boekte succes, en de plannen om appartementen te bouwen op het terrein gingen van tafel. Tony Khan, tot dat moment vooral aanwezig op Tennispark het Centrum, werd aangetrokken om het tennispark commercieel te exploiteren. De toekomst van de IJsclub, en daarmee ook die van PS, waren gewaarborgd.
Een oude wintersportfoto